Honig (Breet), C & J

[in watermerken en op riemkappen ook gespeld als C & I]

Familiebedrijf te Zaandijk, werkzaam vanaf 1709 tot 1879. Behoorde tot de voornaamste Zaandijker witpapierbedrijven. Het bedrijf werd gestart door de broers Cornelis (1683-1755) en Jan Honig (1688-1757), zoons van Jacob Cz. Honig(h) (1648-1709) met molens ‘De Vergulde Bijkorf’ en ‘De Veenboer’. In 1838 splitsten de beide broers het bedrijf. Cornelis Honig zette het bedrijf met zijn zoon Jacob (1707-1770) voort onder de naam C & J HONIG met molens ‘De Veenboer’ en ‘Het Herderskind‘. Cornelis Honig was tevens de bouwheer van het Honig Breethuis (1709). In 1770 werd dit bedrijf aangekocht en voortgezet door Cornelis (1739-1806) en Arent Breet (1745-1802).  Nadien wordt de firmanaam ook wel aangeduid als C & J HONIG BREET en voortgezet door Jacob (1778-1847) en Klaas Cornelisz. Breet (1784-1846), en vanaf 1847 door de beide zoons uit het huwelijk van Jacob Breet met Grietje Jans de Jager (1776-1837),  te weten: Cornelis Jacobsz. (1800-1852) en Jan Jacobsz. Breet (1815-1892), in vennootschap met hun neef Cornelis Klaasz. Breet (1817-1880). Tussen 1838 en 1842 had de firma tevens molen ‘De Herder‘ in bezit en in bedrijf.

De firma leverde een hoge kwaliteit gevergeerd papier en velijnpapier voor zowel de binnenlandse als buitenlandse markt. Toepassingen van dit papier, herkenbaar aan de door de firma gevoerde watermerken, waaronder de Hollandse Tuin, Bijenkorf, posthoorn, Franse lelie, voorzien van de firmanaam, zijn o.m. bekend voor brieven door de Amerikaanse presidenten Jefferson en Washington, dichtwerken als Goethe en Hölderlin, bouwtekeningen door o.m. Karl Friedrich Schinkel en Leo von Klenze, bladmuziek door Beethoven, Weber, Mendelssohn en Chopin, tekeningen, aquarellen en prenten door Jakob Philipp Hackert, Philipp Otto Runge en Christoph Nathe en kaartbladen in buitenlandse museumcollecties en archieven, alsmede Nederlandse bankbiljetten. In 1809 ontving de firma op de 2e Openbare Tentoonstelling van Hollandsche Nationale Vlijt te Amsterdam een eervolle vermelding en in 1851 op de Great Exhibition te Londen een bronzen medaille. In 1879 zag Jan Jbz. Breet zag zich genoodzaakt het bedrijf te liquideren.

Een grote verzameling papiermonsters met watermerk, riemkappen en bijbehorende merkblokken is bewaard gebleven binnen de Stichting Archief Honig(h). De riemkappen worden beheerd in het Gemeentearchief Zaanstad. Een deel is geëxposeerd in het Honig Breethuis te Zaandijk. Ook zijn in dit museum pastelportretten te zien van de broers Jacob en Klaas Breet en de zoons Cornelis en Jan Jbz. Breet, alsmede een lithografische portret van neef-vennoot Cornelis Klz. Breet.

Literatuur: Gerrit Jan Honig: Jacob Honig Janszoon Junior 1816-1870 (in: Zaanlandsch Jaarboek 1932), H. Voorn: De papiermolens in de provincie Noord-Holland (Haarlem 1960), P.P.H. van Leeuwen: Honig Breethuis, thuis bij een Zaans koopmansgezin (Zaandijk 2012), Nieuwsbrief Honig Breethuis nr. 38 (2014), Th. en F. Laurentius: Vijftig historische riemkappen (SPN 2015)