Papiermolen Het Fortuin – Van Gelder Schouten (van wind naar stoom)

In 1837 koopt Van Gelder Schouten & Comp de stilstaande papiermolen Het Fortuin van de erfgenamen van Van der Ley voor een bedrag van Hfl 11.000,- om er een machinaal papierbedrijf van te maken. Van Gelder zocht contact met de firma Bryan Donkin & Co in Engeland die ervaring had met het bouwen van papiermachines. De toenmalige minister van Nijverheid gaf er de voorkeur aan de papier- en de stoommachine te laten bouwen door de Rotterdamse Stoombootmaatschappij in hun machinefabriek Fijenoord, de pioniers op gebied van machinale fabricage. Deze fabriek stond onder de leiding van directeur Röntgen.

De lijst van de aan te schaffen machines die bij Fijenoord werd ingediend stond o.a.:

  • 1 papiermachine van 1,50 m breed voor zwaar pakpapier met 3 of 4 droogcylinders
  • 1 papiermachine van 125 cm breed voor fijn wit papier en met 3 droogcylinders
  • 1 machine om vellen van de rol te snijden
  • 1 machine om papier te lijmen voor het snijden
  • 1 stoommachine om deze machines in werking te brengen en de stoom voor de droogcylinders.

Fijenoord vroeg prijzen aan bij hun vaste Engelse partner Treffry en Co die geen ervaring had met bouwen van papiermachines. Bryan Donkin werd niet gevraagd.
Van Gelder vroeg ook om vakbekwame papiermakers uit Engeland te laten komen om de machines in werking te stellen en de techniek van harslijmen van papier over te brengen.
Feijenoord gaf op augustus 1837 de opdracht aan Treffry & Co voor levering van

  • Papiermachine van 150 cm breed voor zwaar papier met 4 droogcylinders (Pst. 800)
  • Knottingmachine (weefmachine ?)
  • Reinigingsmachine

De levering aan Fijenoord zou in februari 1838 en het was niet nodig om Engelse papiermakers over te laten komen. De monteurs van de Treffry machines kunnen de Nederlandse arbeiders instrueren. Eind 1837 werden de ketels voor de stoommachine al door Fijenoord in de Zaanstreek geleverd en tot verbazing van Van Gelder bleken deze groter dan besteld en niet nieuw te zijn. Fijenoord dacht Van Gelder met deze spoedige levering van dienst te zijn en hadden dank verwacht. De ketels waren korte tijd gebruikt en van prima kwaliteit en er was ook niet overeengekomen om nieuwe ketels te leveren. Van Gelder kon ze terugsturen maar deed dat niet. De door Fijenoord te leveren stoommachine en door de Engelsen te leveren papiermachine zou nog maanden duren. In augustus 1838 werd de papiermachine en later de droogpartij bij Fijenoord geleverd. Op 26 september werd de droogpartij in de Zaanstreek geleverd. In september waren ook 2 monteurs en een papiermaker aangekomen. Van Gelder maakte Fijenoord het verwijt dat zij in Rotterdam de papiermachine hadden uitgepakt, nagemaakt en weer ingepakt, dat vertraging en schades tot gevolg had en dat de machine pas in november 1838 werd opgesteld. Eind december gingen de 2 monteurs terug naar Engeland en papiermaker Peake bleef samen met Papiersnijder William Nixon achter om de machine in werking te stellen. Ook introduceerden zij het harslijming procedé.

Op 15 augustus 1839 zenden de firmanten weer een verzoek aan de Koning om in hun molen in Zaandijk een papierfabriek in te richten zoals in Engeland om hiermee de het verval van de papiermakerij terug te brengen naar de bloei. Ook verzochten ze vrijgesteld te worden van betalen invoerrechten op de machine die al was ingevoerd op een vrijstelling van Fijenoord. In de loop van de tijd kwamen veel problemen voor de firma. Volgens de voorschriften had Van Gelder in april 1838 bij Gedeputeerde Staten een verzoek ingediend de molen in Zaandijk in te richten met een stoommachine. De naastgelegen molens van de heren Jan Honig Czn. en van Jacob en Klaas Breet maakten bezwaar, ze zouden last hebben van de rook uit de schoorsteen dat nadelig was voor de witheid van het papier. De toestemming kon worden gegeven wanneer alleen met turf gestookt zou worden. Van Gelder maakte bezwaar; de schoorsteen was hoog en op voldoende afstanden de rook zou over de molens gaan. Bovendien was een mengsel van turf en steenkool goedkoper en beter om voldoende stoom op te wekken om de machines te laten werken. Ook voerden ze de argumenten aan dat in andere bebouwde gebieden in Haarlem en Amsterdam geen beperkende bepaling waren. De burgmeester van Zaandijk ondersteunde het verzoek om een mengsel van turf en steenkool te gebruiken. Gedeputeerde Staten gaven hiervoor geen toestemming en bij overtreden zou de papierfabriek worden gesloten. Natuurlijk werd af en toe turf met steenkool gemengd en dan ontstonden er ruzies en moeilijkheden met de buren die zich beklaagden bij de burgemeester over de rook en het roet. Het werd voor de gebroeders Van Gelder heel moeilijk om de machine rendabel te maken. Ook de door Fijenoord en Treffry & Co geleverde machine vertoonde vele gebreken en er ontbraken essentiële onderdelen. Van Gelder stelde een bezwaarschift op van de onnauwkeurigheden en teleurstellingen ondervonden bij de Rotterdamse Stoombootmaatschappij. Fijenoord eiste betaling van voor de levering van machines en onderdelen. Ook voor de her levering van verkeerde onderdelen rekende Fijenoord hoge kosten. Van Gelder weigerde te betalen. De Rotterdamse Maatschappij bestelde papier bij Van Gelder maar weigerde deze te betalen omdat de schuld nog niet betaald was. De verhoudingen waren volledig verstoord.

Bij de inrichting van de machine bleef de windmolen behouden voor het werken met 3 stofbakken. De stoommachine van 20pk dreef 3 andere stofbakken aan en een stoommachine van 4 pk dreef de papiermachine aan. In september 1840 werd nog een nieuwe ketel geplaatst voor verwarming van droogcylinders en het koken van lompen. In verband met gebrek aan vertrouwen in Fijenoord werden deze geleverd door Joh. Verloop uit Utrecht. Ondanks het feit dat Het Fortuin steeds voldoende werk had leverde het geen winst op. Machines waren te duur en verbruikten grote hoeveelheden kostbare brandstoffen Het onfortuinlijke Fortuin bracht de firma Van Gelder Schouten in grote moeilijkheden.

Vanaf 1839 werd met verlies gewerkt. Bovendien waren de jaren 1842 en 1843 economisch in Nederland zeer ongunstig.

In 1844 werd de machine buitenwerking gesteld en alleen de kleine stoommachine voor de papiermachine werd in werking gehouden. De machinale papierfabriek Van Gelder was weer afhankelijk van windenergie en stond soms stil door gebrek aan wind maar zonder kosten van grote hoeveelheden brandstoffen. Na 18 jaar ploeteren werden stoommachines gesloopt en opgeborgen en als oud ijzer verkocht.

In 1854 is de “fabriek” Van Gelder Schouten opgeheven. C. J. Honig Jzn koopt molen Het Fortuin voor Fl. 9000,- en wordt weer ingericht tot grauwpapiermolen op windkracht. 40 jaar werkte de molen nog en is op 4 januari 1894 geheel verbrand en werd niet meer herbouwd.

Papiermolens van Van Gelder Schouten en Comp opgeheven 1855

Molenbezit in 1830

  • De Eendracht in Wormer. Molen ging in 1845 over in handen van Van Gelder Zonen
  • De Bok in Wormerveer. In 1840 breekt brand uit en van verzekeringsgeld wordt molen herbouwd. Bedrijf ging in 1855 over naar Van Gelder Zonen
  • De Soldaat in Wormerveer geveild voor afbraak op 3 oktober 1839
  • De Kruiskerk in Zaandam van 1817 in bezit; 1841 gestopt met productie van papierstof en in 1843 verkocht voor afbraak
  • Het Fortuin in Zaandijk Gekocht in 1837 voor machine papierfabricage. Molen in 1855 verkocht aan C.J. Honig Jz .

PAKHUIZEN
De Eendracht
De Wisselvalligheid
De Visser
De Klok
De Groote Arend
De Kleine Arend

Bron: Van Gelder Zonen 1784-1934