[Bron: Noord-Hollands Dagblad, Editie Zaanstreek, door José Pietens, 3/8/2016]
ZAANDIJK – Hij had grote interesse in de Zaanse historie, beschreef deze in twee kloeke delen ’Zaanlandsche Geschiedenis’ en verzamelde een grote collectie historische voorwerpen uit de Zaanstreek. Opvallend afwezig in de boeken van Jacob Honig Janszoon Junior (1816-1870) is het wereldberoemde Zaanse papier. Honig, telg van de bekende papiermakersfamilie uit Zaandijk, wijdde nauwelijks een woord aan papierfabricage en het familiebedrijf. „Iedereen in Zaandijk zat in het papier. Dat was kennelijk zó vanzelfsprekend voor Jacob, dat hij er een soort blinde vlek voor had en er niet over schreef’’, zegt Pier van Leeuwen.
Voor het Honig Breethuis stelde Van Leeuwen een mini-tentoonstelling samen over leven en werk van Jacob Honig; een leven dat dit jaar exact twee eeuwen geleden begon. Jacob was de oudste van een gezin van vijf kinderen en groeide op aan de Lagedijk 100. Hij trouwde drie keer; zijn eerste twee echtgenotes stierven al op jonge leeftijd. In totaal kreeg hij acht kinderen, waarvan vijf met zijn derde echtgenote Neeltje Mulder. Zij woonden in koopmanshuis D’Mol, dat in 1970 naar de Zaanse Schans werd verplaatst en sinds enkele jaren bed & breakfast Heerlijck Slaapen herbergt.
Zoals gebruikelijk binnen de familie Honig, trad de oudste zoon in de voetsporen van zijn vader. Jacob was de zevende generatie die aan het roer stond van de papierfirma; én de laatste. In 1854 werd het bedrijf geliquideerd. ,,Het bedrijf was altijd vooruitstrevend geweest. Als eerste kon het echt wit papier maken. Maar toen de stoommachine in opkomst raakte, hield de firma vast aan de ambachtelijke manier van werken met molens. Een inschattingsfout. Jacob zag de bui al aankomen, want al voor het einde was bij begonnen met een assurantiebedrijf.’’ Daarnaast was hij makelaar en later enkele jaren burgemeester van Zaandijk.
Voor schrijven, geschiedenis en schrijven over geschiedenis had Jacob als jongeman al belangstelling. ,,Hij leefde in de Romantiek en was een kind van zijn tijd. Het Koninkrijk der Nederlanden was net begonnen en men was naarstig aan het zoeken naar een culturele identiteit. Jacob was geïnteresseerd in de streek en door verder de tijd. Hij baseerde zich op geschreven bronnen en ging te rade bij de oudere generatie, die nog veel wist te vertellen over vroegere tijden.’’ Hij werkte aan de ‘Zaanlandsche Jaarboekjes’ (1841-1854, allemaal gedrukt op Honig-papier) en schreef zo’n dertig romans en novelles, vaak gesitueerd in de vaderlandse historie. ,,In veel literaire kritieken uit die tijd wordt hem aangeraden zich toch vooral bij geschiedschrijving te houden.’’
Dat deed Jacob met verve. Eigenhandig wakkerde hij de belangstelling voor de streekhistorie aan. Hij legde zich ook toe op het verzamelen van Zaanse voorwerpen. In 1874, vier jaar na Jacobs dood, waren veel objecten te zien bij een tentoonstelling over de Zaanse geschiedenis in De Burcht in Zaandam. Deze tentoonstelling wordt sinds 2014 ‘nagebootst’ in het Zaans Museum. Jacobs oudste zoon schonk de collectie in 1890 aan de gemeente Zaandijk. ,,Nadrukkelijk werd beoogd dat de collectie in stand wed gehouden én uitgebreid. Daardoor is niet meer precies na te gaan hoeveel voorwerpen Jacob zelf heeft verzameld. Het papier – zoals boeken en prenten – is terechtgekomen bij het Gemeentearchief Zaanstad – de andere voorwerpen bij het Zaans Museum en het Honig Breethuis. Jacobs collectie is misschien wel de belangrijkste op het gebied van de Zaanse historie.’’
Alleen al om die reden zou zijn naam niet misstaan hebben op het namenlint met belangrijke Zaankanters in het stadhuis in Zaandam, vindt van Leeuwen. ,,Of op zijn minst zou er een zaal naar hem vernoemd kunnen worden in het stadhuis of het gemeentearchief. Jacob was tenslotte de grondlegger van de lokale geschiedschrijving.’’
Expositie ‘Jacob Honig Janszoon Junior: notabele,, huisvader, auteur en collectioneur’ is te zien van 6 augustus t/m 30 oktober in het Honig Breethuis (Lagedijk 80, Zaandijk). Zie www.honigbreethuis.nl