Jacob Honig Janszoon jr.: nestor van de Zaanse historie

Jacob Honig Janszoon Jr. (1816-1870) maakte als jongeman de liquidatie mee van het familiebedrijf J. HONIG & ZOON, samen met J. HONIG & COMP. de voortzetting van de firma J. HONIG & ZOONEN, die in de 17e en 18e eeuw aan de basis stond van de Zaanse papiernijverheid. Als kind van zijn tijd wilde Honig de karakteristieke Zaanse historie documenteren, voordat deze volledig teloor zou gaan. Daarbij ging het met name om het zelfbeeld van de gegoede, vaak doopsgezinde, Zaanse ondernemers en hun molenbedrijven, zoals de papiernijverheid, maar ook de scheepsbouw en een belangrijke economische nevenactiviteit als de walvisvaart.  Daarnaast had Honig oog voor traditionele verhalen en streekgebruiken, waaronder de Zaanse streekdracht.

Verzameling en oudheidkamer
Honig was niet alleen een veelschrijver als romancier en historicus, hij legde ook een belangrijke verzameling ‘Zaanlandia’ aan: boeken, prenten, schilderijen en voorwerpen die de Zaanse ‘oudheden en merkwaardigheden’ documenteerden. Dit resulteerde in de ‘Zaanlandsche Oudheidkundige Verzameling’, waarbij ‘oudheidkundig’ als historisch moet worden opgevat. Zijn droom om deze bij een breed publiek kenbaar te maken, werd postuum gerealiseerd met een grote expositie in 1874. De wens om de Zaanse historie blijvend op de agenda te zetten, zette zijn oudste zoon Jacobus Johannes Honig aan door in 1890 de collectie boeken, prenten, schilderijen en voorwerpen van zijn vader aan de toenmalige gemeente Zaandijk (Honigs geboorte- en woonplaats) te schenken en onder te brengen in een Zaanlandsche Oudheidkamer. Dit streekmuseum opende in 1891 zijn deuren met Gerrit Jan Honig, de jongste zoon van de collectievormer, als bibliothecaris-conservator.

Boekerij
Inmiddels is de boekenverzameling van Honig ondergebracht in het Gemeentearchief Zaanstad. Tot deze boekerij behoort onder meer een rapport over de Tentoonstelling van de voortbrengselen der Volksvlijt uit 1809 met vermelding van de eerprijs uitgereikt aan de Zaandijker firma J. Kool & Comp. en eervolle vermeldingen van de firma’s  C. & J. Honig Breet, Honig & Zoon en  J.C. & A. van der Ley. Voorts een bundel gedrukte liedjes op de papiermakerij en brochures uit 1854-1860 tegen de opheffing van het verbod van uitvoer van Lompen, uitgegeven door Pieter Smidt van Gelder Pz., C.K. Breet en R. Doorn, alsmede notities van verkopingen van molens tussen 1770 en 1884, waaronder de papiermolens de Bonsem en de Wever van de voornoemde firma Van der Ley.  Uit het familiebezit van Jacob Honig Jansz. Jr. stammen twee volumes met aantekeningen van zijn grootvader en naamgenoot, genoteerd tussen 1794 en 1847. De Boekerij herbergt tevens aantekeningen van de papierfabrikeur Simon Bakker, geboren in 1771 te Wormerveer. Aan de boekerij van Honig kon postuum een exemplaar worden toegevoegd van het Stamboek der familie Van Gelder uit 1899, dat de catalogus uit 1900 completeerde.

Zaanlandia Illustrata
De verzameling topografisch-historische prenten, bekend als de ‘Zaanlandia Illustrata’ wordt eveneens bewaard in het Gemeentearchief Zaanstad. De catalogus uit 1917 vermeldt twintig catalogusnummers met betrekking tot de Zaanse papierhistorie, waaronder een zinneprent op de papiermakerij door de firma J. Kool & Comp., tekeningen betreffende de bouw en inrichting van een witpapiermolen, alsmede van het wegen en sorteren der lompen en van het wegen, persen en verpakken van papier door Jacob Cz. Breet en Jan Jbz. Kool, plattegronden van papiermolen ‘de Vergulde Bijkorf’, en enkele riemkappen van de firma’s J. Kool & Comp., Rogge en Van der Ley.

Zaans Museum en Honig Breethuis
De schilderijen en voorwerpen uit de Zaanlandsche Oudheidkundige Verzameling kregen vanaf 1998 onderdak in het Zaans Museum. Het jaar erop opende het Honig Breethuis zijn deuren, een voormalige papierfabrikeurswoning in Zaandijk, waar in 2014 een presentatie kon worden gerealiseerd over de firma C. & J. HONIG BREET. Ondanks het feit dat Jacob Honig Jansz. Jr. uit een familiebedrijf stamde, die zeven generaties lang witpapier produceerde, vormde de papiernijverheid geen speerpunt van zijn onderzoek, publicaties of verzamelbeleid. Dit neemt niet weg dat de collectie postuum op meerdere onderwerpen, waaronder de papiernijverheid, substantieel kon worden uitgebreid. Hiervoor zette zich de in 1891 opgerichte ‘Vereeniging tot Instandhouding en Uitbreiding’ in, die de collectie onder meer met portretten van papierfabrikeurs Breet en Van Gelder wist te verrijken.

De catalogus uit 1914 vermeldt zeventien catalogusnummers met betrekking tot de Zaanse papierhistorie, waaronder een tentoonstellingsmedaille van de firma J. Kool & Comp. uit 1825 en herinneringsmedailles van de fabrikeurs Breet en Van Gelder. Voorts papiervormen (schepramen), alsmede houten merkblokken en koperplaten voor het bedrukken van ‘riemkappen’, bedrukte wikkels voor stapels witpapier van 80 vel. Deze emblematische opdrukken geven informatie over de fabrikanten C. & J. HONIG, J. HONIG & ZOON, J. HONIG & COMP. en  J. KOOL & COMP. en de papiersoort, zoals ‘Pro Patria’ en Postvelijn.  Een gevelsteen afkomstig van het kantoor van de firma de Erven D. & C. Blauw te Wormerveer is in 1940 geplaatst in de gevel van het museumpand, dat sinds 1999 bekend staat als het Honig Breethuis.

Pier van Leeuwen
mei 2021