© Arnold de Lange - Wormer

Grauwe Papierbaal, de

Papiermolen De Grauwe Papierbaal te Westzaandam, ook wel De Kauwer of de Oude Papiermolen genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1694. Hij heeft gestaan ten oosten van de Vaart, achter het Kauwerspad, en kwam in juni 1765 in slopershanden.

[BRON ZAANWIKI]

In “Duizend Zaanse molens” van Pieter Boorsma worden de Grauwe Papierbaal en de Kauwer als twee aparte molens behandeld, dit is niet correct het betreft namelijk één en dezelfde molen.  Ook is het niet waar dat de Kauwer de eerste papiermolen in de Zaanstreek was. In 1605 was er in Zaandijk al een papiermolen aanwezig.

De windbrief voor de Grauwe Papierbaal werd op 18 februari 1616 verleend aan Jacob Cornelisz. Slom. De molen moest toen echter nog gebouwd worden.  Op 6 april 1616 kwamen Jan Pietersz. Ghysen en de broers Jacob en Jan Cornelisz. Slom bij elkaar voor schout en schepenen van Zaandam, waar de volgende verklaring werd opgesteld:”de heeren van de rekeninge haer vergunt en geoctroyeert hebben die geregticheyt van de wint tot een pampiermolentge twelcke sy sullen erigeeren en stellen op een venne agter die voorsz. Jacob Cornelisz. huys in de molenbuert op Saenredam”. De molen was bij de oprichting verdeeld in vier parten, Jacob Cornelisz. Slom kreeg 2 parten, zijn broer en Pieter Ghysen kregen ieder 1 part. Op 12 maart 1627 verkocht Jan Cz. Slom zijn aandeel in de molen aan zijn broer voor Fl.700,-. Jacob Slom bezit nu dus drie vierde van de molen. Later krijgt hij hulp van zijn zoon Claas Jacobsz. Slom aan wie hij op 19 februari 1652 de parten van de molen voor Fl.2600,- verkocht.

Op 16 mei 1658 koopt Claas Slom het kwart aandeel van de erfgenamen van Pieter van Gijsen, voor Fl.440,-, waardoor hij de molen nu in zijn geheel bezit. Lang plezier van de molen heeft Claas Slom niet, want in januari 1660, komt hij te overlijden, waarna de molen in eigendom komt van zijn broers. Oprichter Jacob Cornelisz. Slom overlijdt pas in 1674 op 84 jarige leeftijd, zijdelings bleef hij betrokken bij de molen.

Het volgende werd geveild op 31 maart 1676:”Nog uijt de boedel van Aris Cornelisz. Mataris, de helft van een stuck landt genaemt het duijsent kruijt gelegen bewesten de wateringhe agter de oude papiermolen off in de Molenbuyrt”.
De familie Slom blijft lang met de Grauwe Papierbaal werken.

Op 7 juni 1731 verkocht Jacob Jelisz., die was getrouwd met Neeltje Jans Slom, de molen aan Claas Jacobsz. Schouten, voor Fl.2800,-.  Bij de oprichting van het papiermakerscontract op 24 december 1733, laat Claas Schouten de Grauwe Papierbaal voor Fl.1000,- tegen brand verzekeren. Na het overlijden van Claas Schouten, gaat de Kauwer over naar familielid Gerrit Schouten.

Op 12 oktober 1755 is er in de molen een schoorsteenbrandje, dit richtte echter weinig schade aan. Gerrit Schouten overlijdt omstreeks juni 1765. Omdat de Grauwe Papierbaal een kleine molen was en omdat de concurrentie met de nieuwe modernere papiermolens moeilijk vol te houden was, werd de molen voor sloop verkocht. De firma Gerrit Visser & Comp. kocht, op 15 juni 1765, het binnenwerk van de molen en sloopte dit eruit. Daarna komen de opstallen in handen van molensloper Jan de Vries, die Fl.625,- voor de lege molen betaalt. Kort daarna is de molen gesloopt. Op 25 juli 1765 werden het erf van de molen met de touwschuur verkocht. Aan de Westzijde in Zaandam is nog steeds het Kauwerspad aanwezig, wat naar deze molen is vernoemd.

Bronnen:
“De papiermolens in de provincie Noord-Holland” 1960 Henk Voorn blz.265-271
“Duizend Zaanse molens” P.Boorsma 1968 blz.105
“Zaanse windmolens” P.Boorsma 1939 blz.94
Informatie van F. Rol.

MOLENKAART