Gans, de Witte

Een van de vroegste molens uit de Zaanstreek werd gebouwd als oliemolen te Zaandijk, maar later veranderd in een grauwpapiermolen (zoals nu nog de papiermolen “De Schoolmeester” te Westzaan).  De molen werd al vermeld in februari 1605, maar stond daar toen al een aantal jaren te werken. Zijn naam was “De Witte Gans” ook wel genoemd “het Zaandijker Grauw” of “het Zaandijker Oud”. Zijn standplaats was in de buurt van het Verlanenpad te Zaandijk.
Op 8 maart 1605 bekent Pieter Jansz. (van der Ley) schuldig te zijn aan Adriaen Gerritsz. uit Purmerend jaarlijks rente van fl. 93:15:0 onder hypotheek van een stuk land, groot ongeveer een mad (zoveel land als iemand in een dag maaien kon!) in de Middel en “noch ‘t huijs ende erft daer hij tegenwoordigh op en woont mette pampiermoelen leggende ende staende al ‘t saemen op te Saendijck bij den anderen.

Op 23 juli 1740 moet “de Gans” van zijn standplaats verdwijnen en vindt er een veiling plaats in de uitspanning “De Witte Swaan” te Saandijck: “De gemeene Reeders presenteren Een hegte sterke grauw Pampier Molen genaamt de Gans staande tot Zaandijk. Dese molen moet Jaarlijx voor papegelt betalen fl. 1:13 (13 stuivers). Kooper is Pieter Lubbertsz. Koopman voor fl. 1450,00”.
Het papegelt betreft het padgeld te betalen aan de Nederlands Hervormde kerk, vroeger de pastorie. De landgoederen werden genaamd papenland (naar hun vroegere roomse eigenaren).
Alleen de molen verhuisde, de resten van de droogschuren en de pakkamer kwamen op 24 september 1740 onder de hamer met als voorwaarde dat ze binnen een halve maand afgebroken moesten zijn en weggehaald. Bij de veiling werd ook nog de inventaris vermeld bestaande uit: 2 schepkuipen, waarvan een van koper, een roerpijp met pot, een kapperij, 3 bakken, ijzeren schenen, persen en een lijmpers.
Een jaar later vermeld een opschrift dat: “De molenerv nog eens wordt verkocht, dan blijkt dat dit stuk land recht van vrije overgang heeft over de brug ‘van T Weefhuijs tegenover Jan Honig”.

De “Witte Gans” herrees aan de Kalverringdijk te Zaandam-Oost en nam de plaats in van de Runmolen “De Hen” die dateerde uit 1698 en verbrandde in 1728. Een Runmolen was een molen die met platte stenen (zoals in een meelmolen maar met een veel grotere opening in het midden: het kropgat) eikenschors fijnmaalde.  Dit gemalen eikenschors vond zijn weg naar de leerlooiers die de aanwezige tannine in het fijngemalen schors gebruikten om het leer te looien. Pieter Lubbertsz. Koopman herbouwde de “Gans” als gerstpelmolen en verwees met zijn nieuwe naam naar zijn verleden als grauwpapiermolen “De Grauwe Gans”

Beknopt overzicht 

1600/1605
Wordt beschouwd als de eerste Zaanse Papiermolen.
De oudste geschiedenis van de molen is duister door onvolledige archieven.  In een Schuldbrief uit 1605 met naam van Maerten Arisz werd pampiermoelen genoemd. In een akte wordt ook de naam van papiermaker Pieter Jansz genoemd.

1628
Aerian Pietersz wordt genoemd als eigenaar van een papiermolen op Zaandijk.

1702
Molen wordt geveild waarbij ook Pieter Jansz van der Ley betrokken was als gever van onderpand.

1741
Molen werd weer  geveild en gekocht door lompenkoopman Pieter Lubbertsz.

De  molen werd verplaatst naar de Kalverdijk in Zaandam en daar opgebouwd als pelmolen met de naam de Grauwe Gans op de plaats van restaurant De Swarte Walvis.

De Witte Gans heeft 136 jaar als papiermolen gewerkt.